Een integraal Godsbeeld

 

Het Godsbeeld binnen de integrale psychologie overstijgt elke vorm van dualisme. Het is inderdaad zo dat de meeste godsdiensten en kerken steeds een dualistisch Godsbeeld hebben onderschreven.

De illusoire dualiteit tussen God en de mens is daar een sprekend voorbeeld van.

In deze visie staat God als hoogste autoriteit buiten en boven de mens. Bij dit superieur Godsbeeld hoort automatisch de menselijke kleinheid en minderwaardigheid.

De mens wordt hier gedegradeerd tot de gewone, onbewuste, zondige sterveling die de eigen grootsheid projecteert op God, en deze bijgevolg buiten zichzelf plaatst. Je identificeren met God wordt meteen beschouwd als een daad van hoogmoed en heiligschennis, zoals dat in vroegere tijden nog wel meer het geval was. De dualiteit in de kerkelijke Gods visie wordt nog sterker, wanneer God als uitsluitend mannelijk wordt voorgesteld,met als gevolg de reeds eeuwenlange onderdrukking van het vrouwelijk in de wereld. Het ontstaan en de instandhouding van de patriarchale maatschappijen, zijn hier zelfs tot op heden nog steeds het gevolg van. Het is nochtans het vrouwelijk principe in termen van verbinding en ontvankelijkheid dat het helingsproces van de aarde, de wereld en de mensheid ten gunste kan beïnvloeden.

Een andere mondpolarisatie van het Godsbeeld is de straffende God ten overstaande van de vergevende God.

Het lijkt wel of de zondige mens door God wordt gestraft. Deze beeldvorming heeft bij vele mensen een onvoorstelbaar lijden teweeg gebracht. Weinigen zijn zich bewust van deze zelfbestraffende projectie op God.

Het is namelijk de mens die onbewust zichzelf straft. Inzicht in dit patroon, haalt ons uit het slachtofferschap, en brengt ons in contact met de eigen verantwoordelijkheid.

 Op deze manier worden wij onbewuste scheppers van ons eigen lijden. Het Goddelijke in de mens betreft die scheppende kracht zowel in negatieve als positieve zin van waaruit alles ontstaat. Nochtans wordt in de esoterische geschriften meestal aangegeven dat karma niet de wet is van schuld en boete, maar wel de wet van oorzaak en gevolg, waarbij het gevolg steeds terugslaat op de oorzaak.

 In die zin dragen we steeds de gevolgen van onze daden, wat ons uiteraard ook verantwoordelijk maakt voor elke handeling die we stellen. Karma wordt niet vereffend door straf, maar wel door het nemen van verantwoording, omdat verantwoordelijkheid en liefde samen hand in hand gaan.

 In de evolutie van het Godsbeeld in de kerk blijkt echter wel, dat de vergevende God stilaan meer ruimte krijgt, doch de dualiteit blijft, waarbij het nog steeds de buiten de mens staande God is die vergeeft, en niet de mens die zichzelf vergeeft of de ander.

Het spreekt vanzelf dat de kracht van vergeving weliswaar vanuit het hart, het opgebouwde negatief karma kan vereffenen.


In het integraal gedachtegoed wordt God beschouwd als een universeel, energetisch bewustzijn zoals in de bijbel beschreven staat, alomtegenwoordig.

Voor ons is God de synthese van alle aanwezige energieën op aarde en in de kosmos. We zouden het ook het eeuwige en- principe kunnen noemen. In die zin staat God symbool voor het eenheid of ook kosmisch bewustzijn genoemd.

Het begrip God is ook vergelijkbaar met de transpersoonlijke structuren van het menselijk wezen, zoals het ZELF in de visie van Jung en het Hogere Zelf in de psychootsynthese.

 We zouden kunnen stellen dat in elke mens een Goddelijke lichtvonk aanwezig is, maar dat betekent nog niet dat wij God zelf zijn.

 Het moge ondertussen voor de lezer duidelijk zijn dat voor de integrale psychologie, God en de mens een eenheid vormen. Het hoogste lichtwezen leeft als het ware als wezenlijke scheppingskracht in de mens, en symboliseert in de kruinchakra de straal van liefde en wijsheid.

 Vandaar dat wij allen scheppers zijn van ons eigen leven, en bijgevolg zelf verantwoordelijk voor geluk of ongeluk.

 In die zin is het menselijk lot of meer nog het door het ego ervaren noodlot, vanuit het standpunt van het Hogere Zelf een strikt noodzakelijk gebeuren om groei en bewustwording te laten plaats grijpen.
God is voor ons mannelijk en vrouwelijk, zoals de mens ook beschikt over een mannelijk en vrouwelijk ziele deel. Bedoeling is dat de mens, beide zieledelen met elkaar verenigt, wat Jung zo mooi uitdrukt in de conjunctio mysticorum, het heilige, mystieke huwelijk tussen anima en animus.

De mens is een wezen met oneindige creatieve mogelijkheden, zoals Jezus het ooit uitdrukte :

 

” Na mij zullen er mensen komen die nog tot veel meer in staat zijn dat ikzelf.”


Tot daar beste lezer een nederige benadering van wat het wezen God zou kunnen betekenen. Besef echter dat ook voor ons Het Grote Mysterie blijft bestaan, en dit misschien wel tot het einde der tijden.