Wat het wordt weet ik niet.

 

Mijn naam is Anne en ik ben een gestabiliseerd alcoholiste.

Toen ik op het bezinningsweekend van Rotselaar hoorde dat men als thema voor dit samenzijn hier in Borgloon “wat het wordt weet ik niet” had gekozen en dat dit onderwerp op een heel ongedwongen en ludieke manier tot stand kwam dacht ik, wel, laten we eens terugblikken op wat er nu allemaal is gebeurd in het verleden, en zet het eens netjes op papier Anne. Wat het zal worden weet ik niet, maar laten we er maar eens aan beginnen.

 Ik ben geboren op 26 november 1958, te Diest.

Kort na mijn geboorte verhuisden mijn ouders naar Mol, waar ik nu nog steeds woonachtig ben. Ik kom uit een gezin met drie kinderen, ik heb nog een broer en een zus. Mijn ouders bezorgden mij een mooie en goede opvoeding. Ondanks dat ze beiden fulltime werkten., hielden ze zich toch zoveel als mogelijk met ons bezig. Ikzelf was een opgewekt kind dat veel in de natuur speelde en paardreed, aan vrienden en vriendinnen had ik in die tijd geen tekort.

Hieraan kwam abrupt een einde toen ik mijn intrede deed in de dagschool.

Omdat mijn ouders tamelijk vroeg naar hun werk moesten zetten zij mij reeds vroeg af op die grote stille speelplaats.

Ik vond dat vreselijk maar wat me nog veel verdrietiger maakte was het feit dat ik hier geen vriendinnetjes kon maken, ik werd genegeerd, stond alleen tegen de muur, mocht nooit meespelen en ik wist niet waarom. Dit was een ervaring die sterk zou wegen op de ontwikkeling van mijn karakter. Vrij snel veranderde ik van een spontaan vrolijk meisje naar een verlegen zwijgzaam kind.

Hierover vertelde ik nooit iets aan mijn ouders, en dat verzwijgen van mijn oprechte gevoelens zou een belangrijke rol gaan spelen in mijn latere leven. Het zou mijn leven overschaduwen en naar een diepte vol eenzaamheid leiden.

Waar ik wel succes mee had waren mijn pianostudies die ik op 11 -jarige leeftijd aanvatte, ik kon er mij in uitleven en dit gaf mij toch een zeker zelfvertrouwen.

Na mijn lagere school, ‘met matige resultaten weliswaar’, studeerde ik verder af aan het Heilig Graf te Turnhout in de richting sierkunsten.

Door te veranderen van school hield het pesten ook plotseling op, ik had terug vriendinnen, maar toch bleef ik een vrij onzeker en angstig kind.

Wellicht was dit nog een gevolg van mijn nare ervaringen in de lagere school. Ik vermeed problemen, praatte er met niemand over, ik deed mij altijd voor als een vrolijk meisje ook al voelde ik mij wel eens slecht. Ik dacht dat ik door dat te doen spanningen zou vermijden, maar eigenlijk bouwde ik de spanningen langzaam maar zeker op.

Ook thuis vertelde ik nog steeds niets, er was nochtans geen enkele reden om mij dit gedrag toe te eigenen, mijn ouders zagen mij graag, ze deden alles wat ze konden om mij gelukkig te maken, ze waren fier op mij. Misschien was het wel daarom dat ik hen niet wilde teleurstellen door hen te vertellen dat ik mij soms ellendig voelde. We zouden wel zien wat er van zou worden.

Na mijn middelbare studies ben ik verder gaan studeren aan het Koninklijk Vlaams Muziekconservatorium te Antwerpen. Ik was toen 18 jaar.

Dit was voor mij een prachtperiode, fijne mensen, zeer motiverende sfeer, een ongelooflijke leraar waar ik nog steeds erg naar opkijk, veel concerten en recitals van beroemdheden. Er waren ook regelmatig fuiven waar ik maar sporadisch naartoe ging, niet omdat ik dat niet mocht maar ik had daar geen behoefte aan. Als ik dan al eens naar een feestje ging dronk ik zelden alcoholische dranken. Ik lustte het niet, Op mijn 19de leerde ik mijn huidige man kennen, hij was gescheiden en 12 jaar ouder dan ik maarmijn ouders ontvingen hem hartelijk, tot we enkele jaren later spraken van te trouwen., er kwam ruzie in verband met het aantal mensen die zouden uitgenodigd worden op ons huwelijk. Deze spanningen zouden vier jaar duren. Leo mocht niet meer binnen, ik kon die onenigheid niet aan, ik hield van Leo maar wou mijn ouders ook met verliezen. Weer kon ik mijn gevoelens niet uiten, of wilde ik het weer niet doen. Het onvermijdelijke gebeurde, ik werd depressief. Dit uitte zich in humeurig gedrag, verdrietig om niets, ik voelde me steeds de dupe en had enorm veel zelfmedelijden, slechte nachtrust, angstig en opgejaagd. Ik was toen 23 jaar. Nochtans is het niet in die periode dat mijn drankgebruik veranderde laat staan vermeerderde. In 1981 trouwden wij, mijn ouders waren niet aanwezig op ons huwelijk maar de ruzie werd stilaan opgelost en alles werd uitgepraat.

Na mijn conservatoriumstudies vond ik onmiddellijk een fulltime job en kon aan de slag. Ook daar ontmoette ik toffe collega’s en maakte ik gemakkelijk vrienden.

Als er recepties waren of feestjes in de school dronk ik al eens een glaasje mee, maar nooit overdadig. Er was toen zeker geen sprake van misbruik. Op een goede keer, ongeveer zeventien jaar geleden waren wij op bezoek bij vrienden en daar kreeg ik totaal onverwachts mijn eerste onverklaarbare angstaanval, ik begon te transpireren, kreeg het koud en warm en voelde me onnoemelijk misselijk. Dat duurde zo’n drie dagen maar het verdween geleidelijk aan. Weer vertelde ik dit niet aan mijn man en melde het ook niet bij mijn huisdokter.

Maar na een periode van vijfjaar overkwam mij hetzelfde, het scenario was identiek, het gebeurde weer tijdens een bezoek, ik vond het afschuwelijk, die mensen hadden zo hun best gedaan om het ons naar onze zin te maken en ik kreeg er geen hap in.

Leo was bezorgd maar ik vertelde hem niets over de angsten, ik zei hem dat mijn maag al enkele dagen protesteerde. Het zou wel weer overgaan we zullen wel zien wat het zal worden. Maar deze keer hielden de angsten aan, en ik kreeg schrik om nog ergens naar toe te gaan. Elke morgen stond ik er mee op en in de loop van de dag verminderde ze steeds.

Het begon mijn leven te overheersen, ik voelde mij ‘s avonds altijd beter maar dan dacht ik al aan de volgende dag. Ik geraakte in de loop der jaren in een vicieuze cirkel. Ik kreeg angst om de angst.

Leo merkte ook dat ik me veel onrustiger gedroeg, en wilde me wel helpen maar hij kon dat niet, omdat ik hem met alles vertelde toch zeker niets over die angsten.

Ook aan vrienden of familie vertelde ik zeer weinig of niets. Ik voelde mij er eigenlijk beschaamd over, ik had toch alles, een goede echtgenoot, werk, beiden een goede gezondheid, allebei gewaardeerde leerkrachten, en een fijne familie.

Dit duurde zo enkele jaren verder, ik probeerde van alles, relaxatieoefeningen, positief denken, sporten, maar mets hielp.

Tot op die bewuste dag.

Leo en ik hadden de gewoonte om vóór het middagmaal een aperitiefje te gebruiken, niets ongewoons eigenlijk, iets wat wel meerdere mensen doen, maar op die bewuste dag had ik last van een angstaanval en wat ik merkte was, dat het onaangename gevoel veel verminderde en zelfs verdween na het drinken van mijn glaasje wijn. Op dat moment werd er een verkeerde link tussen mijn oren gelegd.

De volgende dag kon het niet snel genoeg middag zijn om mijn glaasje samen met Leo te nuttigen, Leo dronk zijn wijn uit puur genoegen, en ik deed dit ,na jaren, van de ene op de andere dag niet meer, mijn glaasje was een medicament geworden. Wat er zou van worden wist ik toen zeker niet, of beter gezegd, wilde ik niet weten, het hielp en dat was het allerbelangrijkste.

Ik onderdrukte mijn angsten aanvankelijk met één glaasje maar at snel had ik méér nodig om hetzelfde effect te bekomen. Ik was nu wel gerust, ik had het gevonden, het hielp snel. Daar ik na een bepaalde tijd meer en meer moest gaan drinken om mij goed te voelen kon ik dit niet meer onopvallend doen en begon stiekem te drinken en verstopte de flessen.

Ik accelereerde van één glaasje wijn naar ongeveer twee flessen wijn per dag in een half jaar tijd.

Ik bleef steeds aan het werk maar daar dronk ik nooit. Op een bepaald ogenblik vond ik wel dat ik te veel drank gebruikte en besloot te minderen in hoeveelheid, maar niet in graden. ik verving mijn wijn door porto. Bij het verstoppen van de flessen ging ik aanvankelijk zeer nauwkeurig te werk, maar na afzienbare tijd begon ik slordig te worden. Ik werd wat minder nauwkeurig in het verstoppen van de flessen, zodat Leo er nu en dan al eens een vond.

Op zijn vraag waar ze vandaan kwamen verzon ik de meest ongelooflijke en waanzinnige verhalen. Ik ontkende en loog, fantaseerde dat het niet meer mooi was om te zien en te horen. Er kwamen spanningen, momenten waarop we mets meer tegen elkaar zeiden.

Het was een schrijnende periode vooral voor Leo, ik had mijn troost namelijk de drank Leo daarentegen niet, hij beleefde alles bewust.

Hij maakte zich grote zorgen om mij, en vroeg me op een bepaalde dag om eens rustig met hem te praten, hij vertelde mij kalm dat hij merkte dat ik ziek was en of ik het niet goed zou vinden eens naar een dokter te stappen. Mijn eerste reactie was nogal heftig en ontkennend, maar na een tijdje stemde ik toe om mee te gaan.

Samen gingen wij naar de huisarts en ik vertelde hem mijn verhaal, onvolledig weliswaar. Ik vroeg hem na afloop of het kwaad zou kunnen als ik alleen ‘s middags een borreltje meedronk met Leo. Hij antwoordde mij “als je, je daaraan kan houden is het eigenlijk geen probleem. Hij schreef me Acton voor tegen de angsten en ik ging opgelucht en tevreden naar huis. Gedurende een hele periode kon ik me houden aan één aperitiefje, en de Acton nam ik alleen als ik een angstaanval kreeg.

Maar geleidelijk aan herviel ik in mijn oude gewoonten, met dat verschil dat ik op kortere tijd meer en meer ging drinken. Alles herbegon, stiekem drinken, verstoppen, ontkennen enzovoort.

Op een bepaalde dag was ik thuis aan het lesgeven. Ik was die ochtend een fles Wodka gaan kopen, dit had ik nog nooit eerder gedaan. Het enige wat ik mij van die les herinner is dat ik er om vier uur mee begon., en dat Leo, mijn moeder en de dokter rond zes uur bij mij waren toen ik ontwaakte op de zetel.

De dokter vroeg wat er gebeurd was en ik verzon een verhaal waar kop nog staart aan vast te knopen was, waarop de dokter argwaan kreeg. Hij stelde mij voor om mij te laten opnemen in het ziekenhuis. Toen hij mij dit voorstel deed kreeg ik om onverklaarbare reden de moed om toch maar iets te vertellen over mijn drankmisbruik en mijn angsten. Het was er uit, ik voelde mij opgeluchter. Allen reageerden ze rustig en moedigde mij aan me te laten verzorgen. Het kon zeker geen kwaad en wat er van zou worden zouden we later wet zien.

Ik belandde op de A-dienst te Lommel en ik herinner mij nog de gedachte die in mij op kwam, ‘ze gaan me hier genezen en alles komt dan terug in orde’.

Ik onderging een onderzoek waaruit bleek dat ik 2,7 promille in het bloed had, en in de hersenscan zagen ze ook een kleine afwijking. Ik kon mij slecht concentreren, oriënteren en redeneren. Maar ze vertelden mij, dat dit zou verbeteren na verloop van tijd als ik maar van de drank afbleef ik zou negen weken op de psychiatrie verblijven.

Met veel moed en een doosje antidepressiva ging ik terug naar huis.

Tijdens mijn verblijf te Lommel kwam ik voor de eerste maal in contact met mensen van de AA. Deze hadden mij kunnen overtuigen mee naar een vergadering te gaan, daar kon ik zeker niets mee misdoen, slechter kon niet meer en wat bet zou worden wachtte ik wel af Wat me opviel was het vriendelijke onthaal, ik werd hier niet aanzien als een zwakke, karakterloze verslaafde. Want dat meende ik in die tijd wel te zijn, meer nog, ik geloofde vast in dat negatieve zelfbeeld.

De vergaderingen luchtte mij enorm op, en gaven mij nog meer moed er tegenaan te gaan. Ik leerde er stilaan, om te luisteren naar anderen en de verhalen die ik daar hoorde stelden mij enorm gerust daar ik zowat alles herkende in mijn eigen verhaal.

Kort na mijn ontslag in Lommel zou ik ook mijn werk aanvatten in de muziekacademie, maar dat viel eventjes tegen. Er waren problemen ontstaan tussen de Directeur en de pianoleerkrachten, ik trok mij dit heel erg aan en probeerde langs alle kanten de brokken te lijmen., wat natuurlijk niet lukte. Integendeel ik werkte de Directeur en zijn secretaresse tegen mij in het harnas.

Binnen de kortste keren begonnen de angsten terug te komen, het was afgrijselijk, ik was zo ontmoedigd dat ik met de gedachte ging rondlopen, dat ik mijn ganse leven met die schrik zou moeten leven. Weer werd ik depressief en weer verzweeg ik te veel over mijn emotionele toestand. Ik voelde mij echt een zwakkeling.

En het onvermijdelijke gebeurde, ik nam mijn eerste “hét eerste glas” of was het zo dat het eerste glas mij nam?

De neerwaartse val ging zéér snel, mijn man ontdekte weer flessen en raakte zowat ik paniek. Het wantrouwen werd verstevigd, hij geloofde mij niet meer, ik beloofde, probeerde, dronk dan weer en loog daarna. Dit kon zo niet verder ik moest er jets aan gaan doen. Ik begon werkelijk slecht te functioneren, ik kon niet meer zonder die drug.

Bij het ontwaken bibberde ik, en voelde me slap en wankel, als ik me in de spiegel bekeek zag ik een verdwaasde vreemde, ik zag iemand voor me waarvoor ik vroeger een straatje om zou gaan, ik verwaarloosde me ernstig, waste me onregelmatig, at weinig of niets, maar dronk en dronk.

Dat misbruik begon nu een gevaarlijke wending te nemen, ik nam nu en dan al flessen mee in de wagen en dronk dan zo onopvallend mogelijk, tijdens de lessen dronk ik met maar na afloop moest ik zo snel mogelijk een fles binnen mijn bereik hebben.

Als ik thuis was vermeed ik ook maar één minuut nuchter te zijn, ik dronk mij steeds tot aan een roes en onderhield die dan. Nuchter zijn stond voor mij gelijk aan pijn lijden. Hetgeen mij ook bijzonder ongelukkig maakte, was het feit dat Leo mij niet meer vertouwde. Op een mooie dag in september, kreeg ik plotseling een vreselijke huilbui in de klas, de leerlingen verschoten zich een ongeluk. ik verliet het lokaal liep naar mijn wagen., en dat is de éérste keer dat ik tijdens mijn werk alcohol dronk.

Teruggekomen zagen de leerlingen dat er flink wat mis was met mij en één van hen ging op zoek naar een collega, Mieke, die een goede vriendin en collega van me was, zag onmiddellijk dat het absoluut niet goed gesteld was met mij, en rook alcohol. Ze maakte zich trouwens al langer zorgen, ze vermoedde al een tijdje dat ik een afhankelijkheidsprobleem had, haar vader is een gestabiliseerd alcoholist dus zij kende de symptomen blindelings. Na een kort gesprek stelde ze me voor om mij naar huis te brengen. Aanvankelijk ging ik akkoord maar na een tijdje besloot ik toch zelfnaar huis te rijden. Thuis aangekomen stond mijn man me buiten al op te wachten, ik vond dat zeer vreemd, hij vroeg of alles o.k. was met mij, waarop ik natuurlijk positief antwoordde.

Binnengekomen vertelde hij me dat het helemaal niet goed ging en dat Mieke hem had opgebeld en ook dat ze vermoedde dat ik gedronken had, en ongelooflijk maar waar ik bekende, ik vertelde hem dat ik het niet meer aankon en dat ik me zonder alcohol volledig hulpeloos en bang voelde. Rustig vroeg hij me of ik me professioneel wilde laten begeleiden, waarmee ik onmiddellijk instemde. Diezelfde avond werd ik nog opgenomen. Gedurende die ganse periode, waarin ik ernstig worstelde bleef ik trouw naar de AA vergaderingen gaan maar ik was niet eerlijk. ik vertelde niets over mijn alcoholgebruik en dat ik het emotioneel heel moeilijk had, omdat ik nog steeds in de waan verkeerde dat het wel vanzelf zou overgaan, als ik maar alle vergaderingen volgde. Wat het zal worden weet ik niet, ze zullen mij hier wel helpen.

Na enkele dagen verbleven te hebben in Lommel namen wij contact op met Tienen., en op 26 november 1998 op mijn 40ste  verjaardag was het zover.

Ik was blij om naar daar te gaan, ik was het meer dan moe en wilde er koste wat kost vanaf. Ik had aanvaard dat ik een alcoholiste was, maar dat ik kon geholpen worden, op één enkele voorwaarde en dat is ook de enige voorwaarde, nl. ik moest het willen en ik moest het alleen voor mijzelf doen. Niet voor mijn omgeving maar voor mij alleen. Die boodschap had ik meegekregen van de AA leden..

Mijn AA vrienden steunden de idee mij te laten verzorgen en zouden me regelmatig in Tienen komen bezoeken om mij een hart onder de riem te steken. Steeds vertelden ze mij dat ze me misten in de vergaderingen. Ondanks het feit dat ik niet eerlijk was geweest jegens hen en in de eerste plaats jegens mezelf, verweten ze mij nooit iets. De groep gaf me tijd, véél tijd. De hulp die mij geboden werd in Tienen, heb ik vanaf de eerste dag met beide handen gegrepen. De bal lag in mijn kamp ik moest het werk doen maar de mensen daar, zouden mij daarin leiden en begeleiden. Van een totaal stuurloos, structuurloos, en hulpeloos kind evolueerde ik heel geleidelijk aan naar iemand die terug zelfvertrouwen kreeg en de juiste weg wilde vinden naar een gelukkig herstel.

Wat het wordt wist ik niet, maar ik kon er wel wat aan doen. Daar was ik stilaan van overtuigd geraakt.

Tijdens mijn verblijf in Tienen had ik alles eens grondig op een rij gezet. Ik had daar ook ruim de tijd om eens rustig te overschouwen wat mij in het verleden allemaal was overkomen en vooral hoe ik daar toentertijd op reageerde. Het eigenlijke werk kon nu beginnen.

Na een opname van negen weken keerde ik terug naar huis.

Wekelijks volgde ik de vergaderingen die ik na verloop van tijd niet meer kon missen, en leerde mezelf terug te respecteren en waardevol te vinden. Ik dronk geen druppel alcohol meer sinds mijn verjaardag op 26-11- 98. In die periode dacht ik dat ik nooit meer mocht drinken, maar nooit meer is lang. Nu drink ik alleen vandaag niet en morgen is het weer vandaag voor mij.

Dee gedachte nooit meer te mogen drinken evolueerde naar niet meer willen drinken, en op dit moment hoeft het niet meer.

Ik leerde in de AA vergaderingen spreken over mijn gevoelens en problemen. Ik aanvaardde de hulp die mij spontaan geboden werd, en leerde hulp te vragen aan derden indien dit nodig was. Het verloren gegaan vertrouwen bij mijn partner bouwde ik dag na dag terug op en herwon het volledig. Ik forceerde niets en verwachtte niet te veel op korte tijd, wat het ging worden kon ik niet weten, maar nu had ik er voor de eerste maal wel vertrouwen in. Ik leerde hier ook dat ik ook al eens nee moest zeggen, ik moest leren opkomen voor mezelf op een beschaafde manier, ik mocht ook niet steeds denken wat anderen van iets vonden. Het allerbelangrijkste is dat ik op voorhand nadenk hoe ik mij achteraf zal voelen wanneer ik iets doe of zeg. Dat is voor mij het allerbelangrijkste, hoe voel ik mij? Dit klinkt egoïstisch maar als je het goed hanteert werkt het fantastisch.

Ik bleef na mijn terugkeer naar huis nog een jaar thuis en vatte daarna mijn job terug aan. De directie ontving mij afschuwelijk en werd op de duur het slachtoffer van pesterijen, deze maal reageerde ik verstandig, liet mij niet van mijn stuk brengen en ondernam stappen. Ik bracht alles aan het licht over de wandaden van de Directeur en zijn secretaresse tegenover verschillende werknemers, en enkele collega’s sprongen mee op de kar.

Hij wordt nu vanuit een dienst voor preventie en pesten op het werk nauwkeurig opgevolgd. Ook de stad, die volledig achter de Directeur stond werd geconfronteerd met de onregelmatigheden die zich in de voorbije jaren hadden voorgedaan.

Ondertussen heb ik mij laten op pensioen stellen, maar volg de vorderingen op de school nauwkeurig op. Ik houd contact met de geneeskundige inspectie om de ontwikkelingen in de school door te seinen naar deze mensen.

Ik was er mij van bewust dat ik de Directeur met kon veranderen maar ik laat ook met toe dat hij mij wil veranderen. Hij kende mij als een volgzaam onderdanige leerkracht, die nooit protesteerde ook al had ik er alle recht toe. Nu zweeg ik niet meer en daardoor voelde hij zich bedreigd. Door de hulp van mijn vrienden binnen AA kon ik deze strijd leveren, want dat was best nog een moeilijke periode, ze gaven me raad en luisterden geduldig naar mijn verhalen. Ook zorgden zij ervoor dat ik juist handelde en bleef opkomen voor mezelf.

En daarin slaagde ik samen met hen.

Wat het wordt weet ik niet, maar ik heb wel een zekerheid over wat het niet zal worden indien ik mijn eerste glas alcohol zal drinken. Vandaag drink ik en elk geval niet en morgen is het weer vandaag. Ik maak mij ook niet ongerust over morgen, want vandaag is de morgen waar ik me gisteren zorgen om maakte.

Mijn speciale dank gaat uit naar Marcel en Trudy, die mij voor de eerste keer kwamen opzoeken, en mij de weg naar AA wezen. Met hen had ik meermaals aanmoedigende en steunende gesprekken. Tijd speelde voor hen geen enkele rol, altijd stonden ze klaar voor mij. Ik wil ook mijn echtgenoot bedanken voor zijn geduld en steun die ik steeds heb mogen ervaren, ook tijdens de donkerste periodes ving hij me steeds weer op. ook gaat mijn dank uit naar mijn ouders die hun vertrouwen nooit in mij zijn verloren en waar ik nu nog steeds schouderklopjes mag van ontvangen.

Hartelijk bedankt aan iedereen hier aanwezig voor uw luisterbereidheid en aan de organisatoren die het mij mogelijk maakten mijn verhaal hier voor u te mogen vertellen..

Mijn allergrootste dank en respect gaat naar mijn groep Balen-Olmen, voor hun onvoorwaardelijke steun en begrip. Zij dachten meermaals wat het zal worden weten we niet, maar we geven haar tijd.

Ik sprak hier louter en alleen uit eigen ervaring,

Anne