De kunst van het loslaten

 

Moeten loslaten is voor de meesten van ons een pijnlijk gebeuren. Het kost ons vaak de grootste moeite. We zijn veel sterker in het vasthouden. We zijn voortdurend op zoek naar houvast. In onze taal zijn er heel wat gezegden over " willen vasthouden". Dat is typerend. Ik noem er enkele;  je moet geen oude schoenen weggooien voor ge nieuwe hebt; zoals het klokje thuis tikt, tikt het nergens; oost west thuis best; je weet wat je hebt, je weet niet wat je krijgt.

Het afscheid moeten nemen van het oude vertrouwde, de angst voor het nieuwe is velen van ons aangeboren. Toch moeten we iedere keer opnieuw vertrouwde mensen, vertrouwde dingen, vertrouwde situaties loslaten in ons leven.

Iedere keer weer worden we daarmee geconfronteerd. Voorbeelden te over. U kent ze uit eigen ervaring. Je moet afscheid nemen van mensen met wie je een tijd lang intensief bent opgetrokken. Hoe intenser het contact was, hoe zwaarder het afscheid is. Een paar andere voorbeelden: je raakt uit je werk; je kinderen gaan het huis uit; je gaat scheiden; je allerliefste sterft. Het is alsof een stuk van jezelf afsterft. Het lijkt wel of de grond onder je voeten wegzinkt; alsof je in het luchtledige komt te hangen, zonder contact met de werkelijkheid. En voor je dan weer met twee voeten op de vaste  grond komt te staan, heeft dat tijd nodig.

Soms heel veel tijd.

Het proces van los moeten laten begint bij je geboorte en gaat door tot de dood.

Je hebt je ouderlijk huis moeten loslaten. Veel dingen die je dierbaar waren, heb je niet kunnen mee nemen. Ook lichamelijk moet je steeds meer loslaten. Je ogen willen niet meer mee. Je oren laten het afweten. Je benen worden een probleem. Je hart wordt zwakker. Je geheugen laat je in de steek. Je moet steeds meer loslaten tot je niets meer over hebt dan je naakte zelf.

'Kwijtraken' overkomt je, 'Loslaten' is iets wat je zelf doet. En tussen die twee ligt vaak een heel lange weg, een heel intens proces. Een proces waarin je zelf actief bent en dat veel van je vraagt. Maar tegelijk een proces dat van levensbelang is voor je eigenwaarde.

Want als je niet verder komt dan het gevoel van iets of iemand kwijtgeraakt te zijn, dan blijf je jezelf zielig voelen, dan blijf je jezelf slachtoffer voelen; dan blijf je het gevoel houden dat jij (altijd) in de hoek zit waar de klappen vallen; dan richt je je niet op, dan blijf je een geslagene. Tot zo iemand zegt men "Sta op! Blijf niet bij de pakken zitten. De kracht daartoe is in je zelf aanwezig!"

Niet los kunnen laten van wat je overkomen is betekent dat je moeizaam verder kunt, dat je toekomst voor een belangrijk deel geblokkeerd is. Het gevaar van niet los kunnen laten is, dat je op den duur veel te veel ballast meesleept. Je hebt mensen die nergens afstand van kunnen doen, die letterlijk alles bewaren. Dat kan geestelijk zijn, dat kan materieel zijn.

Als je nooit denkbeelden, standpunten kunt loslaten dan word je op den duur een heel lastige en vervelende gesprekspartner. Maar als je materieel niets kan loslaten loop je vast. Dan struikel je op den duur over je eigen rommel.

Loslaten is een levenskunst van de eerste orde. Sommige mensen kunnen dat ontzettend goed. Die kunnen goed relativeren. Die blijven niet steken in wat ze niet kunnen of niet meer kunnen. Die richten zich op wat ze wel kunnen of nog wel kunnen. Zulke mensen zijn goud waard. Maar zij hebben het loslaten vaak op een pijnlijke mannier moeten leren.

Het heeft alles van doen met onthecht zijn. Sommige mensen zitten nergens aan vast. Ze kunnen alles missen. Wie onthecht is, wie zich niet vastbijt in mensen en dingen, wie echt los kan laten, schept veel ruimte voor zichzelf. Zo iemand heeft veel ruimte om er te zijn voor de anderen. En dat geeft tot het eind van je leven zin aan je leven.

Loslaten is een grote kunst. En de kracht om dat te kunnen is in je zelf aanwezig.

Loslaten is meestal een bittere noodzaak in ons leven. Het overkomt je en je moet er mee uit de voeten zien te komen.

Soms is loslaten, eindelijk los kunnen laten, een bevrijding. Je hebt je eindelijk uit die knellende ban kunnen bevrijden.

  Uit " De Herout " door  Seef Konijn