Jezelf op een eiland drinken 

 

" Ik ben Sara. Alcoholiste. Dertig jaar geef ik al les als onderwijzeres. "  

Het is niet door mijn beroep dat ik ben beginnen te drinken. Ik weet dat dat in vele gevallen wel gebeurt. Bij mij is het begonnen omdat ik me verschrikkelijk voelde in mijn huwelijk. Ik had twee kinderen en een voltijdse betrekking. Ik was geestelijk en lichamelijk kapot. En ik ben beginnen te drinken.»

Steeds meer?

SARA: «Ja. Eerst gaven die onschuldige twee porto's mij de troost die ik nodig had om verder te doen. Dat werden in de loop van het jaar twee flessen per dag. Ze verdoofden me, namen de scherpe kantjes weg. Soms dronk ik tot ik een black-out had. Maar ik heb altijd op een of andere manier voldoende verantwoordelijkheid gehad om nuchter voor de klas te staan.»

 

Wanneer dronk u dan?
 SARA: «Ik hield me de hele week nuchter. Verlangde alleen naar vrijdagavond. Dan dronk ik. Zaterdag verdween in een alcoholmist, zondag recupereerde ik en maandagmorgen stond ik glimlachend voor de klas. Ik deed mijn werk goed. Tevreden ouders, leerlingen, collega's. Positieve rapporten van directie, inspectie, doorlichting. Maar gelukkig was ik niet.»

 

Leden uw lessen daar dan niet onder?

 SARA: «Onrechtstreeks wel. Ik wist ook wel dat er iets mis was. Je zag het aan mijn gezicht, mijn lichaam. Mijn karakter veranderde. Ik voelde me zwak. Maar ik maakte mezelf wijs dat ik het onder controle had. Waar begint 'te veel'? Trouwens alcoholisten, dat zijn toch mensen die onder de bruggen slapen, clochards, mensen zonder opleiding? Leerkrachten overkomt dat niet.»

 

Durfde u er met iemand over spreken?

 SARA: «Nee. Ik ken voorbeelden genoeg van mensen op school, die ik herken als alcoholist. Er wordt over geroddeld, er wordt mee gelachen.

'Heb je het geroken?' Maar weinigen durven erover spreken. En zelfs als ze het zouden doen, houdt het probleem niet zomaar op.  Anderen kunnen wel een zetje geven in de goede richting.

Documentatie bezorgen over AA bijvoorbeeld. Helaas aanvaarden vele alcoholisten pas hulp als de grond onder hun voeten is weggezakt.

Als vrouw en kinderen hen hebben verlaten. Als ontslag dreigt. Zolang een hand boven zijn hoofd wordt gehouden, zolang anderen zijn gedrag vergoelijken, voelt een alcoholist geen enkele behoefte om geholpen te worden.»

 

Dronk u gráág?

 SARA: «Drinken is niet plezierig. Het is lijden. Veel mensen hebben mij gewaarschuwd. Verweten ook, toen het erger werd. Vrienden verlies je. Vooral omdat je die paar vrienden die het goed met je menen, die je over je probleem aanspreken, als de pest mijdt. Alcoholisten zijn meesters in liegen en bedriegen als het over alcohol gaat. Een alcoholist drinkt zichzelf op een eiland. Als iemand met de beste bedoelingen naar een alcoholist gaat die het nog voor zichzelf ontkent, dan kan die woedend worden: 'waar bemoei jij je mee?'»

 

Hoe komt men daaruit?

 SARA: «Genezen begint maar als je het zelf echt wil. Bij de Anonieme Alcoholisten werd ik direct goed opgevangen. Je komt daar vol frustraties toe, je durft niet praten, maar dat geeft allemaal niet. Dat komt later wel. Ieder spreekt er vanuit zijn eigen ervaring. De eerste keer was niet gemakkelijk, ik bibberde en beefde en vroeg me af wat ik kwam doen. Maar ik herkende mij in zoveel gesprekken dat ik niet meer twijfelde. Ik kreeg raad van mensen die weten wat het is. Mensen uit elke laag van de bevolking want de ziekte discrimineert niet. Nu voel ik me goed. Ik doe hier mijn vitaminen op.»


 Bent u er werkelijk vanaf?

 SARA: «Ik wil nooit meer drinken. Elke dag is een overwinning en zonder alcohol is het leven fantastisch. Soms maken anderen het moeilijk. We leven in een maatschappij waar drank 'erbij hoort'. Drinken is sympathiek. De meeste mensen weten niet eens dat alcoholisme een ziekte is en je kan dat toch niet constant uitleggen. Nu moet ik me verdedigen omdat ik spuitwatertjes vraag. 'Sara, ben je ziek?' Want Sara, die kon ze verzetten. Ze hebben nooit beseft dat ik dat juist niet kon.»

        

Hoe kan je bewijzen dat iemand dronken voor de klas staat?

 «Onze leerkracht wiskunde staat steeds vaker dronken voor de klas. Eerst vonden wij dat niet zo erg. We moeten bijna nooit iets leren. Ze geeft wel eens drie keer dezelfde les. En huistaken krijgen we niet. Eentje dit semester. Maar nu komen de examens eraan en we beginnen ons ongerust te maken.»

 

Dat vertelt Ilse (16). Ilse heet niet echt Ilse.

Niemand in dit artikel wou met zijn of haar echte naam worden genoemd.

 

Over alcohol op school praat je niet. Dat ruik je.

Ilses leerkracht is soms niet in staat om les te geven. «Ze zit vooraan en leest uit het handboek voor. Als ze een oplossing aan bord wil schrijven, houden we onze adem in uit schrik dat ze zal vallen. Soms zit ze gewoon stil, en dan amuseren wij ons met wat anders. Ondertussen zien wij natuurlijk ons programma niet en hoe moet dat dan volgend jaar?

Ik vind het ook wel erg voor haar. Want natuurlijk lacht iedereen haar uit.

De hele school roddelt erover.

 Ik weet dat 6 economie-talen naar de directeur is gestapt, maar voor zover we kunnen nagaan, heeft dat niets opgeleverd.»

 

Aftershave

 De ouders van Tom (10) hoorden hun zoontje regelmatig cowboyverhalen vertellen over zijn meester. Die had de hele dag gezongen. Of gevoetbald in de klas.

 «We vonden dat eigenaardig, maar dachten dat het wel een bedoeling had», zegt Toms vader Joris.

«Op een morgen had Tom buikpijn en zo kwam het dat ik hem pas om twee uur in de namiddag naar de klas deed. Ik merkte onmiddellijk dat de leraar gedronken had.

Zijn ogen stonden waterig en rood, rond hem hing een walm van alcohol en hij herinnerde zich de naam van mijn zoontje niet.

Ik ben beleefd en kalm gebleven, zo voor die hele klas, maar ik kon mijn ogen niet geloven. De volgende dag belde ik de directeur.

Ik moest dit toch doorgeven? Misschien wist de directeur van niets. Hij liet me mijn verhaal doen en begon dan onmiddellijk de hele zaak te minimaliseren.

Volgens hem overdreef ik. Het was allemaal zo erg niet.

Misschien had die leraar een speciale aftershave. Hij zou hem wel eens aanspreken.»

 

Bloed

 Tom bleef echter naar huis komen met zijn verhalen.

«Na nog een telefoontje met de directeur, die me verzekerde dat alles onder controle was, nam ik contact op met de ouders van enkele vriendjes van Tom», gaat Joris verder.

«Die hadden elk hun eigen verhaal. We besloten de inrichtende macht op de hoogte te brengen. Daar ving ik bot. Zij konden niets doen.

Hoe kan je bewijzen dat iemand dronken voor de klas staat? Bloed trekken?

 Ik heb alle respect voor die man en zijn problemen, maar dronken voor de klas, dat kan toch niet. Ik belde naar het ondersteuningscentrum van de oudervereniging.

Daar vertelden ze me dat we het recht hebben een participatieraad bijeen te roepen om het thema aan te kaarten en om gehoord te worden door de doorlichting.

Zover is het niet gekomen; de directie aanvaardde dat niet.

Volgens hen zetten wij de andere ouders op en viseerden we die man. Wij hadden er genoeg van.

Onze Tom is intussen van school veranderd. Wij willen hem niet laten schoollopen waar kinderen geen hulp krijgen en ouders niet worden geloofd.»

 

Voor de dronken leraar is er niets veranderd. Iedereen zwijgt. Kan dat zomaar?

Een leerkracht moet zijn taak nauwgezet vervullen. Bovendien moet hij zich in de omgang met de leerlingen, de ouders en het publiek correct gedragen.

 Zo zegt het decreet op de rechtspositie van de leerkracht.

Als je dronken voor de klas staat, breng je dat allemaal natuurlijk in het gedrang.

Het is wel een delicate zaak.


 Hoe bewijs je dronkenschap?

 Als de gevolgen zich echter doen voelen in de klas, kan het schoolbestuur optreden en bijvoorbeeld de leerkracht evalueren en een tuchtprocedure starten. Maar dan moeten er bewijzen zijn.

Bij tekortkomingen kan de leerkracht een sanctie krijgen. Dat gaat van een blaam, over inhouding van wedde tot zelfs ontslag.

De leerkracht in kwestie heeft het recht zich te verdedigen, gehoord te worden en zelfs naar de Kamer van Beroep te gaan. Een ouder die signalen opvangt, kan met de inspectie of het departement Onderwijs of de koepels van de Oudervereningingen contact opnemen, maar uiteindelijk is het een zaak tussen werkgever (schoolbestuur) en werknemer (leerkracht).

Niet het dronken zijn van een leerkracht kan worden geëvalueerd, maar wel het leerkracht zijn.

Paniekvoetbal

 «Een acuut alcoholprobleem op school vraagt onmiddellijk aanpakken»,

Dat is niet typisch voor een school, het geldt voor elke organisatie.

Leidinggevenden weten echter vaak niet wat doen en collega's houden de drinker de handen boven het hoofd.

Na een tijdje hebben ze genoeg van de problemen en laten ze hem vallen.

Op dat moment is het drankprobleem al onomkeerbaar.

Een school zou vóór het probleem zich voordoet, moeten nadenken over de aanpak ervan.

Ik zou het jammer vinden dat alcohol de kapstok wordt waaraan men een verandering in het personeelsbeleid ophangt. Het is goed als men iets wil doen aan een eventueel alcoholprobleem.

Het mag echter geen symptoombehandeling zijn, dat moet dieper gaan. Geen paniekvoetbal dus, maar een aanpak uitwerken die op lange termijn werkt.

Vooral preventief werken. En dat gebeurt het best in het kader van een algemeen veiligheid- en gezondheidsbeleid.

Elke school heeft het over alcohol- en drugpreventie. Dan denkt men aan de leerlingen. Leerkrachten spelen echter een beduidende rol in die preventie. Zij hebben een voorbeeldfunctie. Een alcohol- en drugbeleid op school moet daarom zowel leerlingen als leerkrachten insluiten.»

 Twaalf glazen

 Wie wordt behandeld voor drankproblemen heeft doorgaans minimum twaalf glazen per dag gedronken en gemiddeld twintig. Het duurt anderhalf uur voor één glas alcohol uit het lichaam verdwijnt. Een zware drinker moet daarom problemen krijgen op het werk.

 

Het is echter moeilijk te bewijzen dat iemand alcoholist is.

Als hij voor de klas staat, is hij een bedreiging voor de leerlingen. Door erover te zwijgen wordt iedereen slachtoffer: de leerling én de (zieke) leraar.

Hier ligt de taak voor collega's en directie: niet weglachen, geen hand boven het hoofd.

In het belang van de leerling en ons onderwijs. 

 

SARA: «Drinken is niet plezierig. Het is lijden. Veel mensen hebben mij gewaarschuwd. Verweten ook, toen het erger werd. Vrienden verlies je. Vooral omdat je die paar vrienden die het goed met je menen, die je over je probleem aanspreken, als de pest mijdt. Alcoholisten zijn meesters in liegen en bedriegen als het over alcohol gaat. Een alcoholist drinkt zichzelf op een eiland. Als iemand met de beste bedoelingen naar een alcoholist gaat die het nog voor zichzelf ontkent, dan kan die woedend worden: 'waar bemoei jij je mee?'»