ALCOHOL:  voor iedereen gelijk?

 Waarom kan de ene persoon zonder problemen drinken en een ander niet?  Waarom wordt iemand verslaafd?  Waarom is het zo moeilijk om iets aan die verslaving te doen?

Om op al deze en nog veel meer andere " waarom " een antwoord te geven dat niet luidt "daarom" ben ik niet genoeg onderlegd, al heb ik thuis verschillende boeken over alcoholisme, geschreven door eminente dokters en psychiaters.  

Ik heb deze boeken gelezen, syntheses gemaakt, vergeleken en ik kom tot een merkwaardig besluit: voor de meeste waarom is geen eensluidende verklaring. De wereld beschouwt overdadig alcoholgebruik veelal niet als een ziekte maar meer als een slechte gewoonte; iets dat veroorzaakt wordt door een zwakke of slechte wil. 

Op zijn gunstigst wordt het beschouwd als een symptoom van een onderliggende emotionele of psychische stoornis. Uit veel studies op dit gebied kwam naar voor dat 90% van de alcoholisten geen psychische storingen vertoonde zodat men er in medische kringen nu niet zo meer van uitgaat dat alcoholisten ergens psychisch gestoord zijn, integendeel.

Dat alcoholisme een ziekte is wordt meer en meer duidelijk. Alcoholisten hoeven geen wils zwakke, immorele mensen te zijn. Hun ziekte is zo al erg genoeg.

Ziekte is een abnormale staat van gezondheid, die gekenmerkt wordt door bepaalde tekens en symptomen, zo ook alcoholisme. De ziekte volgt een progressieve lijn en men weet nog steeds niet wat alcoholisme veroorzaakt zoals men nog steeds niet weet wat de oorzaken zijn van suikerziekte, hartziekten of kanker, die wel ziekten genoemd worden. 

Alcoholisme zou een biogenetische aandoening met een psychosociale achtergrond kunnen zijn, maar dan moet er wel sprake zijn van misbruik, want op dat moment gaan ook emoties meespelen.

Zeer gevaarlijk!!!!!

Dat wordt te moeilijk, laat het ons eenvoudig houden. 

Alcoholisten kunnen zelden of nooit drinken zoals sociale drinkers doen. Hun grootste probleem is hun mateloosheid. Het is alsof er in hun organisme een kettingreactie op gang komt zodra zij alcohol drinken. Van zodra zij iets van alcohol geproefd hebben willen zij, onbewust , zo vlug mogelijk onder invloed komen. Terwijl anderen genieten van alcohol voor de smaak, het gezellig samenzijn, het samen drinken, het genot van een goede maaltijd met uitgelezen wijnen van een goed jaar, zal de alcoholist zich nauwelijks interesseren voor de smaak of het boeket. 

 Hij is een roesdrinker, drinkt te snel om goed te kunnen proeven en zoekt zo vlug mogelijk de ontspannende werking van het roes drinken. Het doet de zorgen vergeten en intensiveert het genot van het moment.  Op zo'n momenten krijgt de alcoholist meer bevrediging uit zijn drinken dan de niet-alcoholist. Maar hij kan geen maat houden en wordt afhankelijk van de alcohol. Als hij nuchter is voelt hij zich schuldig voor de weer eens uit de hand gelopen dag voordien en kan maar op een manier terug tot rust komen: door opnieuw te drinken.

Hij draait rond in een vicieuze cirkel en raakt meer en meer geïsoleerd. Alcoholisten lijden aan een ziekte: zij zijn allergisch aan alcohol. Kenmerkend aan deze ziekte is het feit dat de alcoholist pas heel laat -te laat- beseft dat de oorzaak van al zijn problemen alcohol is. Hij kan niet drinken, maar aanvankelijk weet hij het niet. 

 EEN drankje roept een reactie op waardoor meer drank nodig is. Hij vergeet of ontkent dat alcohol aan de basis ligt van alle ellendige omstandigheden. Alcoholisten zijn als zodanig geen slechte mensen; zij zijn ziek. Een alcoholist behandelt zichzelf  op mentaal, lichamelijk en emotioneel gebied slechter dan om het even welke buitenstaander. Alcoholisten zijn geen slappe mensen en het niet drinken van alcohol heeft niets te maken met een sterke wil. Alcoholisten kunnen ermee ophouden, maar ze beginnen allen weer opnieuw en opnieuw. 

Het moeilijkste is om er definitief mee te stoppen. Vaak genoeg - na een dag, een week, een maand niet gedronken te hebben is een kleine valse noot voldoende om er opnieuw eentje te nemen, en dan zorgt de alcoholische reactie ervoor dat men opnieuw op de mallemolen komt te zitten. 

Door één drankje wordt het proces weer in werking gezet.

 In de omgeving van de alcoholist dringt men er voortdurend op aan dat hij gaat "minderen".Je kan net zo goed van je dochter verlangen dat ze maar een beetje zwanger wordt. De alcoholist doet zijn best, echt waar. Vroeg of laat wordt hij toch weer dronken. Het merendeel van de alcoholisten slaagt er niet in alleen, dus op eigen kracht van het drinken af te komen.

Tegen de tijd dat iemand alcoholist is -verslaafd aan de drug alcohol- heeft hij alle greep op de realiteit van het leven verloren en ziet hij niet meer wat de alcohol met hem doet. Alle andere dingen zijn het probleem en alcohol is de blinde vlek. Ondanks de mentale, emotionele, lichamelijke, financiële en geestelijke pijn die hij veroorzaakt, is alcohol het enige dat helpt. Hij doet wat hij moet doen: door de alcohol wordt de realiteit van het leven uitgeschakeld.

En dan is de alcoholist plots alleen, totaal geïsoleerd, samen met zijn enige vriend: DE FLES.  

Hij blijft echter drinken - daartoe gedwongen door het karakter van de ziekte. En de gevolgen daarvan worden niet meer herkend doordat alles weggedrukt en verdoezeld wordt. Dat verdoezelen hoort ook bij het ziektebeeld. Verdoezelen is iets anders dan liegen. Verdoezelen is zelfbedrog. Alcoholisten kunnen onmogelijk hun ziekte herkennen zolang dat verdoezelen doorgaat en de ziekte zelf wordt in stand gehouden door de dwangmatige drang tot drinken. Men drinkt door en het verdringen wordt sterker. 

Alcoholisten stoten anderen af omdat de angst, de vijandschap en de woede die zij uitstralen anderen wegjagen. Voortdurend probeert men zich te isoleren. Alcoholisme is daarom ook eenzaamheid, alleen zijn, en als men de alcoholist daaruit kan bevrijden is er kans op herstel. Herstel is dus niet alleen een kwestie van niet meer gebruiken, al moet je daar wel mee beginnen. Je haalt de drug weg en begint de alcoholist los te weken uit zijn eenzaamheid.

 Alcoholisten moeten willen ophouden met drinken voor zij verder kunnen.

 Vroeger dacht men dat alleen instellingen met deskundigen alcoholisten konden helpen. 

Hierin kwam verandering door het inzicht dat in feite mensen het best zichzelf kunnen helpen. Uit deze gedachten ontstonden de eerste zelfhulpgroepen.

 De eerste vorm van georganiseerde zelfhulp werd in 1935 opgericht in Akron  door een arts en een makelaar. Deze vorm van zelfhulp bestaat nog steeds en heet ANONIEME ALCOHOLISTEN - AA.

 Het doel van AA is de deelnemers een mogelijkheid te bieden te herstellen van hun verslaving. Hiertoe zijn een aantal suggesties op schrift gesteld in de 12 stappen van AA.

Zo heeft men een soort structuur gemaakt om de leden te helpen hun isolement te doorbreken, zich weer onder de mensen te begeven en een zeker gemoedsrust te vinden zonder op alcohol te hoeven terugvallen. 

De 12 stappen geven een programma met actiepunten. Op deze manier worden drie elementen tot ontwikkeling gebracht: openhartigheid, medeleven en zelfstandigheid.

Dat zijn de voorwaarden om weer in het volle leven te kunnen staan en daaraan deel te nemen. Op deze manier kan je afstand nemen van een afhankelijkheid en kunnen mensen weer op je rekenen.

 Ik reken erop.

 Jos P. - AA