Stap 3
WE HEBBEN HET BESLUIT GENOMEN ONZE WIL EN ONS LEVEN TOE TE VERTROUWEN AAN DE HOEDE VAN GOD, ZOALS WIJ PERSOONLIJK HEM OPVATTEN.
1 - De twaalf stappen zijn suggesties die helpen ons herstel in stand te houden. Ze bieden ons tevens de mogelijkheid ons nuchter leven te verdiepen en te verrijken. Ze kunnen echter nooit worden opgedrongen. De vrijheid over het al of niet toepassen ervan dient
geëerbiedigd te worden.
De verhoopte resultaten zullen verschillen naargelang de houding die wij aannemen ten opzichte van ons herstelprogramma.
Het is opvallend dat de titel affirmatief en niet suggererend geformuleerd is "We hebben het besluit genomen ..." staat er. Alsof men a priori aanneemt dat zo een beslissing van zelfsprekend zou zijn .
Toch dank ik dat de derde stap die voor de enen een zegen is, voor anderen toch een spanningsveld blijft vanwege de weerstand die ze ondervinden als er sprake is van hun wil en hun teven toe te vertrouwen aan God. De overgang van weerstand naar overgave is een langzaam, moeilijk en indringend groeiproces dat men niet kan forceren, dat integendeel zijn uitwerking zal volbrengen en zijn eigen bestemming zal vinden als wij ons ontdoen van onze vooroordelen en vooropgezette afwijzingen (m.a.w. als we ons open en ontvankelijk opstellen).
-
Zolang we blijven haperen bij, of blijven redetwisten over de benaming van God. geraken we op een doodlopend zijspoor. En om alle verwarring en nadelige discussies hieromtrent op voorhand uil te bannen, zegt de titel letterlijk en zeer duidelijk dat we ons wenden tot God zoals wij persoonlijk Hem opvatten.
Het gaat er dus om dat wij ons de juiste vragen stellen: "Wie is God voor mij? Hoe ervaar ik Hem ? Waarom wend ik mij tot Hem ? Wil ik me toevertrouwen aan Zijn zorg en waarom wil ik dat? Is er een relatie mogelijk die zo een overgave wettigt? Dergelijke zelf bevraging weekt veel los en grijpt dieper m dan ons misschien wel lief is. Het vraagt een krachtinspanning en de hele inzet van onze eigen persoon en in de moeizame antwoorden zal het duidelijker worden of God voor mij meer betekent dan een benaming of iets dat ik wel aanneem, in wiens beslaan ik afstandelijk wel geloof. maar waarvan ik mij voor de rest distantieer.
Zo'n opstelling zou absurd zijn. Ik kan mij niet toevertrouwen aan iemand wiens beslaan ik wel wil aannemen maar die verder voor mij van geen betekenis is en dus ook geen plaats kan hebben in mijn concreet dagelijks beslaan. Maar, als ik God ervaar als werkende Kracht, als Liefde en Wijsheid kan ik dat wel, Ik heb zijn liefde ondervonden, ondervonden ook hoeveel geduld Hij heelt met mij. Ik heb Hem ontmoet op vele, soms vreemde plaatsen, in mijn medemensen en op de meest onverwachte momenten.
Het is die God die wij in ons heel eigen concrete situaties kunnen ontmoeten. Hij is de bezieler van mijn ware ik.
De weg van wat ik nu ben naar wat ik moet worden.
Wijsheid die ik met mijn beperkt menselijk verstand niet kan bevatten en waar ik met al mijn verstandelijk geredeneer niet bij kan. Maar ik geloof dat die onmetelijke Wijsheid kan wat
ik niet kan. Mijn wil en mijn leven leiden en richten vanaf het moment dat ik bereid ben mij over ie geven. De menselijke wil is het vermogen bewust te streven en te handelen voor een doel waarvan we het begeerde resultaat verwachten.
Op zichzelf is de wil dus een positieve kracht. "Als men maar wil, kan men veel" wordt wel eens gezegd. En inderdaad, op de Juiste manier gehanteerd, is de wil de verstandelijke regelaar van onze impulsen, een helper om ons redelijk te gedragen in onze verlangens, bij onze verplichtingen, teleurstellingen en zo meer.
leder mens is begiftigd met een vrije wil waaruit hij de energie kan putten, maar... die tegelijkertijd ook een gevaar vormt.
Onze wil kan ons ten koste van alles aandrijven tot doorzetten en juist daarom ook ons ten gronde richten, daarbij blijkt hij in vele gevallen ook ontoereikend. Denken wij maar eens terug aan ons verleden, daar vinden wij genoeg voorbeelden van ontoereikendheid, van verkeerd, ongeordend wils gebruik zoals woede, hebzucht, het doordrijven koste wat wil, het opdringen van onze wil aan alles en iedereen, de onredelijke eisen die wij stelden, het koppige verlangen naar de verwezenlijking van onmogelijkheden, dit zijn maar enkele voorbeelden van het onjuiste gebruik van onze wil. dat ons ten andere deed belanden in allerlei onoverzichtelijke toestanden.
Maar laten wij terugkeren naar vandaag en bij onszelf eens ernstig onderzoeken of wij nu, als nuchtere mensen zonder hulp en onder alle omstandigheden in staat zouden zijn onze wil goed te gebruiken. Voor de meest voor de hand liggende zaken zal dat misschien meevallen en dan nog...
Maar hoe zal het verlopen bij twijfelachtige, onzekere en ingewikkelder situaties ? Zullen wij dan zo zeker weten wal ons te doen slaat ? Als wij dat toch zo goed weien, hoe komt het dan dat er nog zoveel verwarring, onrust en onvrede is in ons hart ? Het is duidelijk en dat hebben wij meer dan eens ondervonden, dat wij onmogelijk altijd onze wil goed kunnen richten. Meestal tasten wij in het duister als het gaat om de juiste beslissing voor ons handelen. Maar als wij willen groeien naar een kwalitatieve nuchterheid is het nodig dat dit vermogen, onze wil, in goede hanen geleid wordt, omdat wij dit uit onszelf niet kunnen.
Voor de alcoholist is de nuchterheid van onbetaalbare waarde. Wij zouden er alles voor moeten over hebben om ze in stand te houden. Elk beleeft haar op zijn eigen, unieke wijze. Hoe verschillend dit beleven door persoonlijke omstandigheden ook is, blijft het doel hetzelfde voor allen om nuchter te blijven.
Nuchter leven wil zeggen anders leven. Het is nieuw leven dat zich beweegt, zich ontwikkeld en onophoudend zoekt naar de ware zin van het bestaan. Leven waarin witte, zwarte en grijze dagen zich verweven en waaraan wij ons niet kunnen onttrekken. Wij kunnen de witte dagen niet vasthouden en de grijze of zwarte afweren.
Wij hebben er geen greep op. Tezamen maken ze deel uit van het leven. En alles heeft zijn eigen leerrijke inbreng: de vreugde zowel als het verdriet of de teleurstelling en zelfs het monotone waar wij geen boodschap aan hebben. Kunnen wij dit leven, waarin wij als herboren mensen onze weg zoeken, zelf beheren?
Als wij b.v. angstig zijn, of verdrietig, terneergeslagen, zelfzeker of gelukkig ? Zijn we dan zo verstandig, zo wijs dat we vanuit onszelf weten dat we op de juiste manier kunnen handelen op het juiste moment ? Ik twijfel daaraan om meerdere redenen. Wij hebben hulp nodig, als dit niet zo was zouden wij hier niet zitten.
Als je sober leven je lief is, ga je er zorgvuldig mee om, dan vertrouw je het gemakkelijker toe aan iemand die het beter kan beheren dan jij dal kunt. Dit vertrouwen is evenwel een vrije daad van onzentwege die niet gemakkelijk is. Je overgeven aan een ander dan jezelf vraagt moed en draagt risico's. Het is niet niks je hebben en houden, t.t.z. ) je wil en je leven zomaar uil handen te geven. Vandaar ook het essentiële belang van hoe ik sta tegenover die Hogere Macht.
In een relatie van geloof en vertrouwen durf ik het aan mijn teven in Gods handen te leggen.
Hoe beter wij onszelf gaan kennen, hoe eerder en gemakkelijker wij hiertoe zuilen besluiten. Er is immers een flink stuk zelfkennis nodig om te kunnen afstappen van de eigenwaan alles zelf beter aan te kunnen en van de gedachte alles zelf in de hand te hebben. Bij God kunnen wij altijd terecht met onze nood, onze hoop, onze verwachtingen.
Wij geven ze aan Hem en we worden minder angstig. We geloven erin dat Hij onze lasten helpt dragen, dat Hij ons door kalmte en de moed geeft die nodig zijn om het onvermijdelijke in ons leven te accepteren, om al dat andere dat wij kunnen veranderen niet meer mee te slepen als een ondraaglijke last. God draagt voor ons, in ons, met ons wat wij uit eigen kracht niet kunnen dragen. Die zekerheid geeft ons de sterkte om datgene wat de dag van vandaag ons brengt te aanvaarden en hoe zwart die dag ook wezen mag, de hoop op morgen zal niet meer ondermijnd worden. Dan voelen wij in onze beperktheid en in onze zwakheid de aanwezigheid van Gods kracht en het is die kracht die ons verandert en waardoor wij ons helemaal anders gaan opstellen tegenover alles wat in ons leven gebeurt.
Dan wordt het zelfs mogelijk te glimlachen als je verdriet hebt, terug op te staan als je gevallen bent, want er is iemand die je ondersteunt en die je nooit in de steek laat. Dan stel je ook geen eisen meer aan het leven. Je bent dankbaar en ontvankelijk voor de gaven van God die soms heel onverwacht en langs vreemde wegen mag manifesteren.
Dit heeft als gevolg dat, hoe moeilijk het leven ook is en welke gebeurtenissen je ook overvallen, je je toch veilig weet omdat je in Zijn handen bent. Hij eist niets, dwingt niets al', laat mij de vrijheid om te kiezen en geeft mij de lijd die nodig is om te groeien naar deze beslissende daad. De derde slap is van levensbelang. Het is het toelaten dat ons leven anders mag verlopen dan wij het plannen. Het is een rijpend. doorlopend en verlossend proces van sterven en herboren worden, van afsterven aan verwaandheid en aan het doordrijven van de eigen wil. De nederige kennis van de eigen beperktheid wordt in overgave aan de Hogere Macht een onverwoestbare, richt gevende en leidende Kracht.
Annie - AA Sint Truiden. 1986